fbpx

Minder regels, beter toezicht? – Blog Paul van Dijk

Minder regels, beter toezicht?

 “Meer ambtenaren betekent ook meer regels, betekent ook meer toezicht op die regels.” Dit zei minister Uitermark (BZK) onlangs bij Nieuwsuur. 

Deze beknopte redenering roept vragen op over de verhouding tussen regels en toezicht: als meer regels leiden tot meer toezicht, leiden minder regels dan tot minder toezicht? En kunnen minder regels ook zorgen voor beter toezicht?

Het kabinet-Schoof biedt toezichthouders de kans om antwoord te geven op deze vragen en hun visie te delen op de relatie tussen regels, regeldruk en toezicht.

Gesprek

Het woord ‘regeldruk’ valt 13 keer min het regeerprogramma, waarin overigens ook alvast 104 nieuwe wetsvoorstellen worden aangekondigd. Het is de bedoeling om “met name overbodige regeldruk tegen te gaan en om het naleven van regels makkelijker te maken”. Daartoe zal onder meer de positie van het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden versterkt.

Bij het beperken van de regeldruk ziet het kabinet ook een rol voor toezicht en handhaving:

“We gaan in gesprek met toezichthouders en handhavers over hoe regeldruk, ook vanuit hen, kan worden verminderd. Bijvoorbeeld door risicogebaseerd of systeemgericht toezicht, duidelijkere regelgeving, het benutten van AI, stimulering van informatie-uitwisseling, standaardisatie en uniforme toepassing van Europese regels waar opportuun.”

Verantwoordelijkheid

Toezichthouders zouden het als een bedreiging kunnen zien dat het kabinet hen medeverantwoordelijk maakt voor vermindering van de regeldruk. Krijgen ze voortaan minder vaak hun zin als zij vragen om aanvulling of aanscherping van regels? Worden hun mogelijkheden beperkt om zelf regels te maken?

Maar toezicht op de politieke agenda biedt ook kansen. Het kabinet toont zich immers bereid te werken aan verbetering van de “toezichtstaak”. Daarbij staat de capaciteit van het toezicht niet (of nauwelijks) ter discussie; coalitiepartijen hebben afgesproken om toezichthouders te ontzien bij de korting van 22 procent op het ambtelijke apparaat.

Voorstellen

Het gesprek tussen politiek en toezicht kan dus gaan over de taken en de manier waarop deze het best kunnen worden uitgevoerd. Daarmee krijgen toezichthouders de gelegenheid om zich niet alleen uit te spreken over verbetering van het toezicht, maar ook om voorstellen te doen om de regeldruk te beperken. En om een visie te geven op de relatie tussen regels, regeldruk en toezicht.

Het zou verfrissend zijn als vanuit het toezicht voorstellen komen voor deregulering, Als meer regels leiden tot meer toezicht, kunnen minder regels leiden tot minder maar ook beter toezicht. Als burgers en bedrijven minder regels hebben na te leven, hoeven handhavers minder te handhaven. Dan blijft toezichtcapaciteit beschikbaar voor de regels die blijven. En hoeft de toezichthouder minder pijnlijke keuzes te maken.

Uitdaging

Met hun kennis en ervaring zijn toezichthouders toegerust om te adviseren welke regels kunnen worden geschrapt of versoberd. Welke regels dienen in hun ogen geen publiek belang? Welke gedrag is verboden terwijl het niet schadelijk is? Welke zaken worden nu al “weggeprioriteerd” omdat de beperkte capaciteit dwingt tot keuzes in de handhaving – en in welke gevallen blijkt dat helemaal niet zo erg? Welke nationale koppen op Europese regels kunnen weg? En ook, van welke toezichtkoppen, (beleids)regels van toezichthouders zelf, kan afscheid worden genomen?

Nu toezicht op de politieke agenda staat, hoort regeldruk op de agenda van het toezicht!

HCB Seminar Toezicht in Transitie: “Versterking van toezicht”

Meer weten? Op 20 november organiseert het HCB een seminar over “Versterking van toezicht, Werken met en voorbij je mogelijkheden”. De bijeenkomst gaat in op de vraag welke versterkingen gewenst zijn en hoe die kunnen worden bereikt.

Meer informatie vind je op hier.