Woensdag 11 oktober jl. vond het HCB Seminar ‘De Veilige Gemeente 2023 – Regie in de aanpak van uitbuiting en mensenhandel bij (arbeids)migratie’ plaats, georganiseerd door het Haags Congres Bureau. Een keur aan deskundigen liet het licht schijnen over deze problematiek en zorgde ervoor dat de deelnemers eind van de middag met veel kennis en stof tot nadenken tevreden huiswaarts keerden.
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen kinderen, Conny Rijken, trapte de dag af met een uitleg van de functie van het instituut, een toelichting op de relatie tussen mensenhandel en migratie en tenslotte de taken van de gemeente.
Met betrekking het afnemende aantal geregistreerde slachtoffers van binnenlandse uitbuiting gaf zij aan dat dit haar de zorg gaf dat het zicht op slachtoffers misschien minder werd. Ook lichte zij toe, met verwijzing naar het WODC-rapport van 2021, dat er veel capaciteit en expertise bij de gemeente ligt, maar dit nog steeds niet goed georganiseerd is. Zo leidt het ontbreken van onderling contact tussen de gemeenten nog steeds tot de mogelijkheid om met criminele activiteiten te blijven wisselen van locatie (de zogenaamde carrouselconstructie) en zo onder de radar te blijven. Waar er landelijk om politieke aandacht en sturing wordt gevraagd, wordt ‘slechts’ verwezen naar ons gedecentraliseerde stelsel en de verantwoordelijkheid van de gemeente.
Liesbeth Maas, Hoofd Opsporing bij de Nederlandse Arbeidsinspectie, nam het stokje van Conny Rijken over en zij startte met een toelichting op taak en functie van de eigen organisatie. Een organisatie die naast het doen van inspecties, controles en onderzoek ook probeert belangrijke signalen uit de praktijk door te sluizen naar het deel van het ambtelijk apparaat dat zich bezighoudt met voorbereiden van nieuwe of aanpassing van huidige wetgeving.
Zij focuste haar verhaal op een onderzoek dat een doorlooptijd kende van meerdere jaren. Uiteindelijk resulteerde het doorlopen traject echter alsnog in vrijspraak in hoger beroep. Gelukkig kon een eerder opsporingsonderzoek gevoegd worden in de behandeling, waardoor er wel sprake was van enige strafoplegging.
Deze toelichting gaf de deelnemers aan het seminar niet alleen een goed inzicht in de geraffineerde en complexe handelwijze van de mensenhandelaar, maar toonde ook hoe complex de bewijslast van mensenhandel is en dat wellicht eerder in het proces aangestuurd kan worden op een andere vorm van afdoening. Zolang het maatschappelijk effect maar centraal blijft staan.
Gezien de tijdsduur die gepaard gaat met onderzoeken, gaf zij ook aan het als een belangrijke verantwoordelijkheid te zien om deelnemende partijen op de hoogte te houden van het verloop van de zaak.
De Directeur van Comensha, Victor Jammers zoomde, na een uitleg te hebben gegeven over de rol en de landelijke en internationale connecties van Comensha, op het Actieplan Samen tegen Mensenhandel 2024-2027. Met de focus op dit plan worden er inmiddels de nodige inspanningen gepleegd om het onderwerp straks stevig op de agenda te krijgen van een nieuw kabinet. Deze week bijvoorbeeld al een gesprek met alle partijen ter voorbereiding op overleg met de Tweede Kamercommissie.
Er moet volgens Victor in ieder geval nog veel gebeuren. Zo moet de aangiftebereidheid worden verhoogd, moeten signalen sneller op de juiste plek komen en moet de afstemming tussen strafrecht en zorg beter. Na aan te geven dat het zou helpen als het onderwerp Mensenhandel in Nederland en de aanpak ervan naar regionaal niveau gebracht zou worden, attendeerde hij tenslotte nog op de Europese Dag tegen de Mensenhandel op 18 oktober.
Na de lunch was het woord aan Katja Rusinovic, lector Grootstedelijke Ontwikkeling aan de Haagse Hogeschool. Zij richtte haar presentatie op de Oekraïense ontheemden in Nederland. Onderzoek wijst uit dat er 93.000 Oekraïners in Nederland zijn. Hun status is, zo gaf Katja aan, gebaseerd op de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, die hen weliswaar minder rechten geeft dan een statushouder, maar wel meer dan een asielzoeker. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van werken, reizen en het volgen van onderwijs.
Het door haar gedane onderzoek geeft aan dat de betrokken Oekraïners een verblijfplaats kiezen in Nederland, die veelal is gebaseerd op familienetwerken die zij hier al hebben. De in Oekraïne gevolgde opleiding (vaak hoog) ligt vervolgens zelden in lijn met de werkzaamheden die zij hier vaak uitvoeren (veelal horeca en schoonmaak).
Waar zowel sprake is van gemeentelijke als particuliere opvang, was een opvallend feit dat men particulier ook gastgezinnen ‘graag’ betaalt voor hun onderkomen. Dit versterkt de onafhankelijke positie, die men belangrijk vindt. Vraag wordt wel wat er na maart 2025 gaat gebeuren. De richtlijn houdt voor hen dan op te bestaan en er is dus spanning en onzekerheid bij betrokkenen over hun status nadien.
Luuk Esser, Clustercoördinator zeden en mensenhandel bij J&V en rechter-plaatsvervanger in Rotterdam, richtte zijn presentatie op de rechtspraak, het juridisch kader en actuele beleidsontwikkelingen. Met een aantal aansprekende voorbeelden, variërend van hulp in het café in ruil voor kost en inwoning, gedwongen winkeldiefstal en het inzetten van kinderen voor een gefingeerde sponsorloop, maakte hij inzichtelijk dat vaak op verschillende manieren naar een situatie kan worden gekeken. Dit vertaalt zich ook naar de rechtspraak. Waar de Rechtbank geen uitbuiting waarneemt, kan het Hof dit bijvoorbeeld wel zien. Termen zoals kwetsbaar, overwicht en het oogmerk van uitbuiting blijken veelal multi-interpretabel. Vaak wordt voor de uitleg van art. 273f nog naar het Chinese Horeca Arrest gekeken, dat inzoomt op aard en duur van de gedragingen, de beperkingen voor het slachtoffer, de economische voordelen voor de verdachte en de algemene Nederlandse maatstaven.
Luuk kon aangeven dat verwacht mag worden dat de strafbaarstelling van mensenhandel niet alleen uitgebreid gaat worden, maar gelukkig ook eenvoudiger wordt.
Als laatste sprak Janine Janssen, lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties aan de Avans Hogeschool, tevens hoogleraar aan de OU en onderzoekshoofd van het Landelijk EC Eergerelateerd geweld van de Nationale Politie. Zij nam de aanwezigen mee op reis van vrouwenmishandeling in de jaren ’80, via huiselijk geweld begin deze eeuw, naar Geweld in Afhankelijkheidsrelaties nu. Waar speelt het zich af en wat zijn de kenmerken? Het is in ieder geval niet enkel fysiek van aard, ook psychisch en speelt zich af binnen sociale relaties.
Janine geeft aan dat voorkomen moet worden dat in hokjes gedacht wordt. Dat maakt ook dat de relatie tussen Geweld in Afhankelijkheid en Mensenhandel onderkend moet worden. De familie, in het bijzonder de ‘extended family’, speelt een belangrijke rol. Zo wordt seksuele uitbuiting eenvoudiger voor een dader die de druk kent van familie bij het bekend worden van een ongepaste activiteit. Het belang van de groep en de familie in dit soort zaken is groot, terwijl er in het strafproces traditioneel ‘slechts’ gefocust wordt op dader en slachtoffer. Houd oog voor de relatie tussen verschillende fenomenen is dan ook de hartekreet van Janine.
Nadat de dag door Gwen Backhaus en Ilse Kessen, respectievelijk Ketenregisseur en Coördinator Bestuurlijke aanpak Ondermijning in Limburg, wordt afgesloten met een interactieve behandeling van een casus, kijkt eenieder, met het uitdrukkelijk bedanken van de organisatie, terug op een mooi en succesvol seminar.
Dit artikel verscheen eerder op VL-Nieuws